Woord van de Week: EXAMEN
Beste eindexamenleerlingen (en alle andere lezers)! Het is begonnen. Waar jullie de afgelopen tijd keihard voor hebben zitten blokken – dat hoop ik althans – is nu realiteit: het eindexamen. Het examen Nederlands al geweest, behalve voor wie Havo doet. Toch is hier nog een taallesje. Welk woord van de week past nu beter dan het woord ‘examen’?
Ex-amen. Als je dit woord in tweeën knipt, klinkt het alsof iemand dankbaar is voor het feit dat hij of zij eindelijk van zijn relatie verlost is. Ex…. amen! Maar dat is natuurlijk onzin. Examen komt oorspronkelijk uit het Latijn, de taal van de oude Romeinen. Niemand lijkt helemaal zeker te weten hoe de betekenis die het woord nu heeft is ontstaan. Wel zeker weten we dat het woord al minstens sinds de Middeleeuwen in Nederland wordt gebruikt. En je kunt het inderdaad in tweeën knippen.
– Ex betekent in het Latijn: uit. (Vandaar dat het ook voor een verbroken relatie gebruikt wordt.)
– Amen was oorspronkelijk Agimen wat komt van Agere en dat betekent: bewegen.
Hoe kom je van de betekenis ‘uit – bewegen’ nou in vredesnaam op onze huidige betekenis van ’toets’? Dat is helemaal niet zo gek als het lijkt. Denk aan een ouderwetse weegschaal. Zo één met een wijzertje dat uitslaat als je er wat op legt. Wat doet dat wijzertje? Uitslaan, of primitief gezegd: uit-bewegen. Ex-agere. Je legt iets op de weegschaal: je test het, je onderzoekt het. Oftewel: je doet onderzoek. En dáár denken ze dat het woord weleens vandaan zou kunnen komen. Het uitslaande wijzertje van een weegschaal: ex-agimen, dat later ex-amen geworden is.
Het woord examen staat dan ook al eeuwenlang voor onderzoek, ondervraging, toetsing, weging. Deze weken wordt al je schoolse kennis op een weegschaal gelegd. Denk daar maar aan als je in die zaal zit te transpireren. Je wilt vast dat het wijzertje ver genoeg uitslaat. Leg daarom nog nét dat beetje extra in die weegschaal voordat je je examen inlevert.
Door Astrid van Beveren