Woord van de week: ‘onderwijs’
Het woord van deze week is onderwijs. Waar komt die term vandaan? Wat betekent het precies? Vroeger zeiden we weleens gniffelend: “De onderwijzer, die is van onder wijzer.” Dát wordt er dus niét mee bedoeld. Maar er zitten inderdaad de woorden ‘onder’ en ‘wijzen’ in. ‘Wijzen’ doelt hier dan niet op ‘wijs’ maar op ‘aanwijzen’ of ‘laten zien’.
Waarom dan ‘onder’? Dat is onder andere terug te vinden in een ‘Nederlandsch’ woordenboek in 1890: “Onder in den zin van figuurlijken steun”. Iets (letterlijk) ondersteunen doe je door er wat onder te plaatsen: een tafelpoot, een stut, of je vouwt je handen om iemand een opstapje te bieden. Dat laatste is precies wat er figuurlijk met onderwijs bedoeld wordt: mensen -vooral kinderen- een ‘steun’ of opstapje bieden door ze op ‘dingen te wijzen’.
Volgens datzelfde oude woordenboek gaat het dan niet alleen om kennis van bepaalde vakken of onderwerpen, maar ook om ‘algemeene ontwikkeling’, een beetje opvoeden dus tegelijk.
Dus als je je nog eens afvraagt waarom je zo nodig naar school moet, dat is omdat onze regering in 1900 heeft besloten dat alle kinderen in Nederland recht op onderwijs hebben: op een stukje ondersteuning door je op dingen te wijzen. Nu maar hopen dat de wijsheid niet alleen van onderen komt.
(tekst: Astrid van Beveren)